De boten lagen op het strand en de netten werden uitgespreid op het zand om te drogen en te repareren.
De vissers zelf voerden de taak uit om de gaten in de netten te herstellen. Wanneer het weer slecht werd, was dit een regelmatig terugkerende taak, omdat de netten vaak beschadigd raakten. Er was een groep vrouwen die, zittend op het zand, de netten met hun behendige vingers veel vaardiger herstelden dan de mannen.
De zogenaamde “art de platja” was een vismethode die in l’Estartit tot het begin van de 20e eeuw werd gebruikt. Deze methode bestond uit het uitsmeren van het net in het water met behulp van een boot, en vanaf het land sleepten mannen en vrouwen het werktuig heen en weer.
De solta is een andere vismethode die in l’Estartit werd gebruikt. Verticale maasnetten werden gebruikt en, zoals de naam aangeeft (solta betekent “los”), werden de netten zo geplaatst dat ze niet strak gespannen waren, waardoor vissen gemakkelijk in het maaswerk gevangen konden worden.
Naast de solta waren er andere methoden met kleiner vistuig, waaronder de jonquet, de volantí en de rall. De jonquet is een korte rietstengel met een gewichtloze draad aan één uiteinde, waaraan een geaasde haak is bevestigd; er werden er meerdere tegelijk geplaatst in spleten tussen rotsen om nietsvermoedende vissen te lokken. De volantí is een houten stok waaraan de vislijn is vastgebonden; aan het uiteinde van de lijn, die ook een gewicht heeft, zijn meerdere losse haken vastgebonden. De rall is een klein, kegelvormig, verzwaard net dat open in het water wordt gegooid en sluit wanneer het wordt binnengehaald, waardoor vissen worden gevangen.
Audio gidsVolg ons op de netwerken